Hoewel artikel 19 van de Grondwet bepaalt dat de overheid moet zorgen voor bevordering van voldoende werkgelegenheid, is op dit moment 5,7% van de beroepsbevolking werkloos. Bijna 510.000 personen in Nederland hebben geen werk en dit aantal loopt momenteel langzaam terug.[1]
De bepaling in artikel 19 de Grondwet is een sociaal grondrecht dat niet afdwingbaar is. Wel heeft de overheid veel voorzieningen getroffen voor personen die werkloos worden. De WW bijvoorbeeld, zorgt er voor dat niet meteen het hele inkomen wegvalt wanneer iemand werkloos wordt. De bijstandsuitkering heeft een vergelijkbaar doel. Hieronder zal in stappen worden beschreven wanneer iemand recht heeft op een dergelijke uitkering.
Wanneer heeft u recht op een WW-uitkering?
Wanneer u werkloos wordt, is er een grote kans dat u recht heeft op een WW-uitkering. Deze uitkering bestaat uit een basisuitkering van drie maanden en een mogelijke verlengde uitkering. De duur van de verlengde uitkering is afhankelijk van uw arbeidsverleden. Om recht te hebben op een basisuitkering moet u voldoen aan de volgende eisen: U moet verzekerde zijn, u moet werkloos zijn, u moet voldoen aan de referte-eis en u mag niet vallen onder artikel 19 van de Werkloosheidswet. Deze vier vereisten zullen kort worden toegelicht;
- Verzekerde: Aan deze eis is voldaan wanneer u als werknemer kan worden aangemerkt, dus wanneer u in dienst was of nog steeds in dienst bent bij een werkgever. Werknemers die de pensioengerechtigde leeftijd zijn gepasseerd, worden voor deze bepaling niet als werknemer aangemerkt. Aangezien pensioengerechtigden recht hebben op AOW, hebben zij geen recht op WW.
- Werkloos: In artikel 16 van de Werkloosheidswet staat dat iemand werkloos wordt, indien hij in een kalenderweek ten minste vijf arbeidsuren minder heeft dan zijn gemiddeld aantal arbeidsuren per kalenderweek of een aantal arbeidsuren heeft dat ten hoogste gelijk is aan de helft van zijn gemiddeld aantal arbeidsuren per kalenderweek. Bovendien moet deze persoon beschikbaar zijn om arbeid te aanvaarden. Uit dit artikel blijkt dus dat onder werklozen niet alleen de personen vallen die helemaal geen werk meer hebben, maar ook personen die bijvoorbeeld gemiddeld 6 uur in de week werken en nu nog maar drie uren. (een aantal arbeidsuren dat ten hoogste gelijk is aan de helft van zijn gemiddeld aantal arbeidsuren per kalenderweek)
- Referte-eis: Artikel 17 van de werkloosheidswet bepaalt dat recht op een uitkering ontstaat voor de werknemer die in de 36 weken onmiddellijk voorafgaand aan de eerste dag van werkloosheid, in tenminste 26 kalenderweken ten minste één uur per kalenderweek heeft gewerkt. Stel dat u een jaar werkloos was, een nieuwe baan vindt en na drie maanden weer werkloos wordt, is er dus niet voldaan aan deze ’26 weken-eis’.
- Niet vallen onder uitsluitingsgronden artikel 19: In dit artikel staat wanneer u toch geen recht heeft op een WW-uitkering. U heeft bijvoorbeeld geen recht op een WW-uitkering wanneer u een uitkering op grond van de ziektewet ontvangt, u buiten Nederland woont of wanneer u in de gevangenis zit.
Wanneer u voldoet aan deze vereisten en u bent niet verwijtbaar werkloos geworden, heeft u dus recht op een basisuitkering. U bent verwijtbaar werkloos, wanneer aan de werkloosheid een dringende reden in de zin van artikel 7:678 BW ten grondslag ligt of wanneer de dienstbetrekking is beëindigd door de werknemer. Artikel 678 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek bevat dringende redenen op grond waarvan de werkgever de arbeidsovereenkomst mag opzeggen, zoals misleiding door de werknemer of diefstal van goederen uit het bedrijf.
De basisuitkering bedraagt de eerste twee maanden 75% van het dagloon. De derde maand bedraagt de uitkering 70% van het dagloon. Na deze basisuitkering van drie maanden, komt u in aanmerking voor de verlengde uitkering. Hiervoor wordt er gekeken naar uw arbeidsverleden. Wanneer u in de vijf kalenderjaren voorafgaand aan uw werkloosheid in tenminste vier kalenderjaren over minimaal 52 dagen per jaar loon heeft ontvangen, wordt de uitkering verlengd met een maand voor ieder jaar dat uw arbeidsverleden de duur van drie maanden overstijgt. U heeft over de eerste 10 jaren recht op een maand WW per jaar. Voor elk jaar dat u meer dan 10 jaar heeft gewerkt, heeft u recht op een halve maand WW. Heeft u bijvoorbeeld twintig jaren gewerkt, dan heeft u recht op 15 jaren WW-uitkering. (drie maanden basisuitkering, 7 jaren waarvoor u een hele maand krijgt en 10 jaren waarvoor u een halve maand WW-uitkering krijgt)
Geldend maken van het recht op een WW-uitkering
Wanneer u werkloos bent geworden en u heeft recht op een WW-uitkering op grond van de bovengenoemde punten, dan dient u direct een WW-uitkering aan te vragen. Wanneer u niet binnen een week na uw eerste werkloosheidsdag een WW-uitkering heeft aangevraagd, kan dit gevolgen hebben voor de hoogte van deze uitkering. De aanvraag kunt u doen via de site van het UWV. Via de site van het UWV wordt u doorgestuurd naar uw digid.nl, waar u met u persoonlijke DigiD kunt inloggen.
Wanneer u een WW-uitkering aanvraagt, heeft u verschillende plichten. Naast het op tijd aanvragen van de uitkering, dient u meteen zodra u weet dat u werkloos gaat worden op zoek te gaan naar nieuw werk. Ook wanneer u een WW-uitkering ontvangt, moet u verschillende verplichtingen jegens het UWV nakomen. Zo heeft u een sollicitatieplicht, die inhoudt dat u elke maand minimaal vier keer gesolliciteerd moet hebben. Ook heeft u een informatieplicht, die inhoudt dat u onder andere aangeeft wanneer u op vakantie gaat en dat u zich ziek meldt indien u ziek bent.
Geen recht (meer) op een WW-uitkering
Na het aflopen van de WW-uitkering die u gedurende een periode heeft ontvangen of wanneer u helemaal geen recht heeft gehad op een WW-uitkering, kunt u mogelijk een bijstandsuitkering ontvangen. De bijstandsuitkering vraagt u online aan via werk.nl. Via werk.nl stuurt het UWV uw aanvraag door naar de gemeente waarin u woont. De bijstandsuitkering wordt namelijk uitgekeerd door de gemeente. Op de site van de gemeente Westland zijn de voorwaarden te vinden die gelden voor het verlenen van een bijstandsuitkering, onder het kopje ‘voorwaarden om een uitkering te kunnen aanvragen’. Eén van de belangrijkste voorwaarden is de inkomenseis. Deze eis houdt in dat uw inkomen of spaargeld en bezittingen niet genoeg zijn om rond te komen. Wanneer u samenwoont, dat wordt ook het inkomen van uw partner meegerekend. De tabel met de maximale inkomens waarmee u nog recht heeft op een uitkering staat vindt u wanneer u klikt op de blauwe link ‘inkomen’ onder het kopje ‘voorwaarden om een uitkering te kunnen aanvragen’.
Net zoals bij de WW-uitkering, heeft u ook bij de bijstandsuitkering verschillende verplichtingen. Zo heeft u bijvoorbeeld een inlichtingenplicht jegens de gemeente. Deze plicht houdt in dat u onder andere melding maakt wanneer u gaat werken, vrijwilligerswerk gaat doen of wanneer er iemand bij u komt wonen. Wanneer u deze inlichtingenplicht niet nakomt, loopt u het risico dat u wordt gekort op uw uitkering of dat u uw ontvangen uitkering moet terugbetalen.
Heeft u vragen over een werkloosheidsuitkering? Maak dan een afspraak voor gratis juridisch advies.