Marnix Vijverberg
Het huurrecht is van toepassing op alle roerende en onroerende zaken die verhuurd worden. De bestemming van het gehuurde object is hierbij van belang, omdat de wet onderscheid maakt tussen verschillende huurobjecten. Voor elk type huurobject geldt een apart huurregime met bijbehorende wettelijke regels. De regels voor de verhuur van een bedrijfsruimte wijken bijvoorbeeld af van de wettelijke bepalingen die gelden voor de verhuur van een woonruimte.
Hieronder vindt u een uitleg van de vier huurregimes en de regels die op het betreffende huurobject van toepassing zijn.
1. Huur van ongebouwde of roerende zaken
Onder de eerste categorie vallen alle ongebouwde en roerende zaken en op dit huurregime zijn slechts de algemene bepalingen van art. 7:201 t/m 7:231 BW van toepassing. Roerende zaken zijn spullen die je gemakkelijk kunt verplaatsen, zoals een bank, kast of tafel.
Als een bouwwerk echter naar de aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven en dit ook blijkt uit de verkeersopvatting of de bedoeling van de bouwer, dan kan de zaak gezien worden als een onroerende zaak (HR 31 oktober 1997, NJ 1998,97, Portacabin-arrest).
Ook grond kan gezien worden als een onroerende zaak, waardoor dit huurregime hiervoor niet geldt.
2. Huur van woonruimte
Een woonruimte is een gebouwde onroerende zaak die als zelfstandige dan wel onzelfstandige woning is verhuurd. Daarnaast kunnen woonwagens of standplaatsen gezien worden als woonruimte (art. 7:233 BW). Het is overigens niet van belang of de huurder zijn hoofdverblijf in de woning heeft, waardoor ook een tweede huis beschermd wordt door dit regime.
Op de verhuur van een woonruimte zijn niet alleen de algemene bepalingen van art. 7:201 t/m 7:231 BW van toepassing, maar ook art. 7:232 t/m 7:282 BW en andere wetten, zoals de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, Besluit huurprijzen woonruimte, Besluit servicekosten, Besluit kleine herstellingen, Wet op de huurtoeslag en de Wet overleg huurders verhuurder.
3. Huur van 290-bedrijfsruimte (middenstandsbedrijfsruimte)
De 290-bedrijfsruimte (art. 7:290 BW) wordt in de praktijk ook wel ‘middenstandsbedrijfsruimte’ of ‘detailhandelbedrijfsruimte’ genoemd. Onder bedrijfsruimte wordt verstaan: ‘een gebouwde onroerende zaak of gedeelte daarvan, die krachtens huurovereenkomst bestemd is om te worden gebruikt als kleinhandelsbedrijf, een restaurant- of cafébedrijf, een afhaal- of besteldienst, of een ambachtsbedrijf, doch slechts indien in de verhuurde ruimte een voor publiek toegankelijk lokaal voor rechtstreekse levering van roerende zaken (verkooppunt) of voor dienstverlening aanwezig is. Dit staat in artikel 290 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Enkele voorbeelden van een 290-bedrijfsruimte zijn een garage, een hotel, een restaurant en een kapper.
De algemene bepalingen van art. 7:201 t/m 7:231 BW en art. 7:290- t/m 7:310 BW zijn relevant voor huurobjecten die worden aangemerkt als 290-bedrijfsruimte.
4. Huur van 230a-ruimte (overige bedrijfsruimte)
De huur van een 230a-ruimte, tevens het laatste huurregime, is een restcategorie. Indien een huurobject niet valt binnen één van de andere huurregimes, dan zijn de wettelijke regels van de 230a-ruimte van toepassing. Het gaat hierbij om de algemene bepalingen van art. 7:201 t/m 7:231 BW en art. 230a BW. De gehuurde objecten die binnen deze categorie vallen mogen dus niet aan te merken zijn als gebouwde onroerende zaken of vallen onder het regime van de woonruimte of 290-bedrijfsruimte. Voorbeelden van een 230a-ruimte zijn kantoren, opslagruimten, parkeergarages, loodsen, fabriekshallen, asielzoekerscentra, showrooms, bowlingbanen en maneges.
Conclusie
De algemene bepalingen van art. 7:201 t/m 7:231 BW gelden dus bij de verhuur van alle objecten. De bestemming van het gehuurde object bepaalt daarnaast of er nog aanvullende regels van toepassing zijn.
Heeft u een conflict met de verhuurder of wilt u weten wat uw rechten en plichten zijn, controleer dan altijd welk huurregime aan de orde is! Maak voor vragen een kosteloze en vrijblijvende afspraak met één van onze juridisch adviseurs.